Hoe ouder de vader, hoe meer genetische mutaties hij aan zijn kinderen overdraagt. Hierdoor neemt het risico op afwijkingen zoals schizofrenie en autisme wellicht toe. Dit blijkt uit genetisch onderzoek bij IJslandse families. Augustine Kong e.a. publiceren erover in Nature.
De onderzoekers brachten het genoom in beeld van 219 mensen die samen 78 verwante trio’s (zoals vader-moeder-kind) vormden. De onderzoekers waren geïnteresseerd in SNP’s (single nucleotide polymorfism-mutaties) op de autosomale chromosomen. De leeftijd van de vaders lag op één geval na tussen de 18 en 40.
Het aantal SNP’s neemt toe met de leeftijd van de vader, en verdubbelt naar schatting in 16,5 jaar. Oudere moeders geven ook meer mutaties door dan jongere, maar het aantal mutaties dat zij doorgeven is veel lager (voor vaders gemiddeld 55, voor moeders 14). Als de leeftijden van beide ouders in een multipel regressiemodel worden gestopt, blijkt alleen de leeftijd van vader significant gerelateerd aan meer mutaties bij het kind. Dit neemt overigens niet weg dat oudere moeders vaker chromosomale afwijkingen aan hun kinderen overdragen, zoals downsyndroom.
De onderzoekers denken dat hun bevindingen een verklaring kunnen vormen voor de relatie tussen een hoge leeftijd van de vader en een groter risico op schizofrenie en autistische stoornissen bij hun kinderen.
Sophie Broersen (medisch contact, aug 2012)