Het gebruik van selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) tijdens de zwangerschap geeft een twee keer zo groot risico op een kind met een autism spectrum disorder (ASD). Dat schrijven Lisa Croen e.a. in Archives of General Psychiatry.
Croen e.a. voerden een casecontrolstudie uit met 298 kinderen met ASD en 1507 willekeurig geselecteerde kinderen. Bij 20 kinderen (6,7%) met ASD bleek de moeder tijdens de zwangerschap antidepressiva gebruikt te hebben. Uit de controlegroep hadden 50 kinderen (3,3%) een moeder die tijdens de zwangerschap antidepressiva had gebruikt. Na correctie voor mogelijke andere risicofactoren als het geboortegewicht, geslacht en etniciteit, bleek een kind met ASD een twee keer zo hoge kans te hebben dat zijn moeder tijdens de zwangerschap antidepressiva gebruikte.Om uit te sluiten dat het verband niet het gevolg is van de onderliggende ziekte waar de moeder de antidepressiva voor krijgt, onderzochten Croen e.a. ook of er een verband was tussen moeders met psychiatrische afwijkingen in de voorgeschiedenis en een kind met ASD. Dit was niet het geval. Hoewel het verband tussen SSRI’s bij de moeder en ASD bij het kind statistisch significant was, wijzen de auteurs erop dat hun studiegroepen aan de kleine kant waren en dat er meer onderzoek nodig is om de relatie definitief te bevestigen.
Wanneer de antidepressiva opgesplitst werden in verschillende groepen bleek het verband tussen het gebruik van antidepressiva door de moeder en ASD bij het kind alleen statistisch significant te zijn voor de SSRI’s. Het grootste risico lijkt te liggen bij SSRI-gebruik in het eerste trimester van de zwangerschap. Wanneer er slechts naar SSRI-gebruik in deze periode werd gekeken, bleek het risico op een kind met ASD drie keer zo hoog te zijn.
Arch Gen Psychiatry 2011 doi: 10.1001/arch gen psychiatry.2011.73: